Op 800 meter van de kust van Kralendijk, de hoofdstad van Bonaire, ligt een onbewoond eilandje. Dit is Klein Bonaire, als beschermd natuurgebied onderdeel van het Bonaire Nationaal Marine Park. Het eilandje, van pakweg 6 vierkante kilometer, is bijzonder geliefd bij duikers vanwege het zwarte koraalrif, dat bij het strand begint en tot 35 meter diepte doorloopt. Duikers kunnen behalve kleurrijke vissen ook zeepaardjes en zeldzame schildpadden tegenkomen.
Klein Bonaire, met zijn hagelwitte zandstranden aan de azuurblauwe Caribische Zee, is een aantrekkelijke verschijning. Er zijn in dit gebied nog maar weinig van dit soort mini-eilandjes onbewoond. Projectontwikkelaars hebben Klein Bonaire vaak willen bebouwen. De laatste poging stamt uit 1995: toen was er een plan om er een all-inclusive resort te vestigen. De bewoners van Bonaire voorkwamen dit. Klein Bonaire werd beschermd natuurgebied, toegankelijk voor publiek.
Klein Bonaire is te bereiken met een watertaxi. In Kralendijk bieden verschillende bedrijven de 25 minuten durende overtocht aan. U kunt het eiland te voet verkennen, u kunt genieten van het strand of u kunt snorkelen en duiken. Het eilandje is eigenlijk niet volledig onbewoond: de zeldzame karetschildpadden en lederschildpadden leggen hier hun eieren. Wie een nieuw schildpaddennest ontdekt, wordt gevraagd dit te melden aan de Sea Turtle Conservation Bonaire, die het nest vervolgens beschermt. In de drie saliñas (zoutmeertjes) zijn vaak flamingo’s te vinden; zij scharrelen hier graag hun voedsel bij elkaar.
Wie over het eiland wandelt, zal zien dat het vroeger wel bewoond was. Aan de oostkust staan nog enkele slavenhutjes, en aan de zuidkant staat een kleine vuurtoren. Halverwege de 19de eeuw waren de bestuurders van Bonaire bang voor een cholera-uitbraak. Klein Bonaire werd daarom ingesteld als quarantainestation voor binnenkomende schepen. Om deze reden is er een dokterswoning uit die periode te vinden. In de ruïne staan nog een ouderwetse schouw en een oven.